Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [23]voer God van hem op in die plaats, waar Hij met hem gesproken had. 23. Hebr. voer op van boven hem. God wordt gezegd op te klimmen en neder te dalen, de plaatsen niet veranderende, aangemerkt Hij overal is, maar de tekenen zijner tegenwoordigheid, die Hij openbaart door zijn nederdalen; gelijk boven, hfdst.11 vs.5; Ex.3:8, en Num.11:17, of wegneemt door zijn opklimmen gelijk hier en boven, hfdst.17 vs.22; Richt.13:20.